Voorbeelden ergotherapie bij fysieke klachten
Ergotherapie speelt een cruciale rol bij het ondersteunen van mensen met fysieke beperkingen, zodat zij zo zelfstandig mogelijk kunnen blijven functioneren in hun dagelijks leven. Dit kan variëren van het verbeteren van mobiliteit en kracht tot het aanpassen van de omgeving om taken gemakkelijker uitvoerbaar te maken. Hier zijn enkele voorbeelden van hoe ergotherapie kan helpen bij fysieke beperkingen:
1. Beperkingen in mobiliteit (bijv. door artritis of een beroerte)
- Probleem: Een cliënt heeft moeite met bewegen, lopen of het uitvoeren van dagelijkse activiteiten door pijn, zwakte of beperkte mobiliteit als gevolg van artritis, een beroerte of andere neurologische aandoeningen.
- Oplossing: De ergotherapeut kan helpen door het aanreiken van hulpmiddelen zoals rollators, looprekken, of rolstoelen om de mobiliteit te verbeteren. Ook kunnen ze adviseren over aanpassingen in de woning, zoals het installeren van leuningen of drempelhulpen en het herinrichten van de ruimte om veilig te kunnen bewegen. Daarnaast kunnen ze oefeningen aanbieden om kracht en mobiliteit te behouden of te verbeteren.
2. Moeite met grijpen en vasthouden van voorwerpen (bijv. door handklachten of polsfractuur)
- Probleem: Iemand heeft moeite met het vasthouden van voorwerpen door zwakte, pijn, of beperkte bewegingsvrijheid in de handen, bijvoorbeeld na een polsfractuur, door reumatoïde artritis of andere handproblemen.
- Oplossing: De ergotherapeut kan aangepaste hulpmiddelen aanbevelen zoals een grijphulp (bijv. een verlengde handgreep voor het vastpakken van voorwerpen), ergonomisch gereedschap of bestek (bijvoorbeeld bestek met dikkere handvatten voor betere grip). Ze kunnen ook tips geven over het verbeteren van de handfunctie door oefeningen en technieken aan te leren om kracht en flexibiliteit te bevorderen.
3. Beperkingen in zelfzorg (bijv. door spierzwakte of neurologische aandoeningen)
- Probleem: Het uitvoeren van dagelijkse zelfzorgactiviteiten zoals aankleden, eten, of het douchen is moeilijk door spierzwakte of coördinatieproblemen, bijvoorbeeld bij MS, de ziekte van Parkinson of na een beroerte.
- Oplossing: De ergotherapeut kan aangepaste hulpmiddelen voorstellen zoals aankleedhulp (bijv. een stok voor het aantrekken van sokken), douchekrukken, of handgrepen voor de badkamer om veiligheid en zelfstandigheid te vergroten. Daarnaast kan de ergotherapeut helpen met het ontwikkelen van strategieën om zelfzorg efficiënter uit te voeren, bijvoorbeeld door een gedifferentieerde aanpak waarbij taken opgesplitst worden in kleinere stappen of door het gebruik van visuele schema’s.
4. Beperkingen in mobiliteit en houding (bijv. door een hernia of spieraandoening)
- Probleem: Iemand ervaart pijn of stijfheid in de rug of gewrichten, wat het moeilijk maakt om in bepaalde houdingen te zitten, staan of tillen, bijvoorbeeld bij een hernia, fibromyalgie of na een operatie.
- Oplossing: De ergotherapeut kan adviseren over ergonomische aanpassingen op de werkplek of thuis, zoals het afstellen van stoelen en bureaus, het gebruik van lendensteunen voor de rug, of het aanleren van juiste tiltechnieken om overbelasting te voorkomen. Ze kunnen ook oefeningen aanbieden om de flexibiliteit en kracht van de rug en andere gewrichten te verbeteren.
5. Beperkingen door vermoeidheid (bijv. door chronische vermoeidheidssyndroom of MS)
- Probleem: Een cliënt ervaart overmatige vermoeidheid, waardoor dagelijkse activiteiten moeilijk uit te voeren zijn, bijvoorbeeld bij chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS), multiple sclerose (MS) of fibromyalgie.
- Oplossing: De ergotherapeut kan een energiebehoudplan ontwikkelen, waarbij activiteiten worden gepland op basis van de energie die beschikbaar is, en werk- en rustperiodes worden afgewisseld. Ze kunnen ook adviseren over het aanpassen van de omgeving (bijvoorbeeld door de werkplek of het huis zo in te richten dat alles binnen handbereik is) en het gebruik van hulpmiddelen om activiteiten te vereenvoudigen, zoals een automatische deurbel of afstandbediening.
6. Beperkingen in visuele functie (bijv. door maculadegeneratie of glaucoom)
- Probleem: Iemand heeft moeite met lezen, het herkennen van gezichten of het uitvoeren van andere visuele taken vanwege een visuele beperking.
- Oplossing: De ergotherapeut kan gebruik maken van hulpmiddelen zoals een vergrootglas, spraakherkenningssoftware of verbeterde verlichting om het visuele vermogen te ondersteunen. Ook kunnen ze tips geven voor het veilig navigeren door de woning of op het werk, zoals het aanbrengen van contrasterende kleuren om objecten beter zichtbaar te maken.
7. Beperkingen door spasticiteit of tremoren (bijv. door Parkinson’s of hersenverlamming)
- Probleem: Een cliënt ervaart onwillekeurige spiersamentrekkingen (spasticiteit) of tremoren (beven), wat het moeilijk maakt om handen of benen te controleren tijdens dagelijkse activiteiten zoals eten, schrijven of aankleden.
- Oplossing: De ergotherapeut kan helpen met het aanreiken van hulpmiddelen zoals anti-trilbestek of gewichtige besteksets om tremoren te verminderen. Ze kunnen ook technieken voor spierontspanning en versterking aanleren, zoals ademhalingsoefeningen of het gebruik van rustgevende spierspanningsoefeningen om spasticiteit te verlichten.
8. Beperkingen in balans en coördinatie (bijv. door een beroerte of vestibulaire aandoeningen)
- Probleem: Een cliënt heeft moeite met het behouden van balans en coördinatie, bijvoorbeeld na een beroerte of door een aandoening van het evenwichtsorgaan (vestibulaire aandoening).
- Oplossing: De ergotherapeut kan balans- en coördinatieoefeningen aanbieden die gericht zijn op het verbeteren van de stabiliteit en mobiliteit. Dit kan bestaan uit oefeningen om de spierkracht en het evenwicht te verbeteren (bijv. staand op één been, trappen op en af) en het gebruik van hulpmiddelen zoals een looprek of balansbord.
9. Beperkingen in het uitvoeren van huishoudelijke taken (bijv. door artritis of reuma)
- Probleem: Het uitvoeren van huishoudelijke taken zoals schoonmaken, koken of boodschappen doen is moeilijk door pijn, zwakte of beperkte beweging in de gewrichten, bijvoorbeeld bij artritis of reumatoïde artritis.
- Oplossing: De ergotherapeut kan aangepaste hulpmiddelen aanbevelen zoals verlengde handgrepen voor schoonmaakmiddelen, anti-slip matten voor in de keuken, of gewichtsverdelingstechnieken om zware objecten op een gemakkelijke manier te tillen. Ze kunnen ook helpen bij het ontwikkelen van een taakplanning, waarbij het huishouden opgedeeld wordt in kleinere, haalbare taken die beter te beheren zijn.
10. Beperkingen na amputatie (bijv. door een ongeval of ziekte)
- Probleem: Een cliënt heeft te maken met de fysieke en psychologische gevolgen van een amputatie, wat invloed heeft op het vermogen om dagelijkse activiteiten uit te voeren.
- Oplossing: De ergotherapeut kan helpen met de aanpassing van protheses en het verbeteren van het gebruik van een arm- of beenprothese. Ze kunnen ook advies geven over het aanpassen van het huis of de werkplek om het gebruik van de prothese te vergemakkelijken en activiteiten zoals aankleden, koken of rijden gemakkelijker te maken.
Ergotherapie richt zich bij fysieke beperkingen op het bevorderen van zelfstandigheid en het verbeteren van de kwaliteit van leven. De ergotherapeut werkt samen met de cliënt om de beste oplossingen te vinden voor hun specifieke situatie, of dat nu gaat om het gebruik van hulpmiddelen, het aanpassen van de omgeving, of het aanleren van nieuwe vaardigheden. Het doel is altijd om de cliënt te ondersteunen in hun dagelijkse activiteiten en hen te helpen om zo zelfstandig mogelijk te functioneren.