Voorbeelden ergotherapie bij neurologische aandoeningen
Ergotherapie speelt een belangrijke rol in de behandeling en ondersteuning van mensen met neurologische aandoeningen. Deze aandoeningen kunnen invloed hebben op het centrale zenuwstelsel, wat kan leiden tot motorische, cognitieve en zintuiglijke beperkingen. Ergotherapeuten werken samen met cliënten om hun functioneren in het dagelijks leven te verbeteren, zodat ze zo zelfstandig mogelijk kunnen blijven. Hieronder volgen voorbeelden van hoe ergotherapie kan helpen bij verschillende neurologische aandoeningen:
1. Cerebrale Parese (CP)
- Probleem: Cerebrale parese is een groep van neurologische aandoeningen die de beweging, spierspanning en coördinatie beïnvloeden. Dit kan leiden tot beperkte motoriek, spasticiteit, moeite met fijne motoriek en balansproblemen.
- Oplossing: De ergotherapeut kan helpen met motorische oefeningen om de bewegingen en spiercontrole te verbeteren. Ze kunnen ook hulpmiddelen aanbevelen, zoals aangepaste scooters, aangepaste bestekken of loopondersteuning. Verder kunnen ze werken aan het verbeteren van handvaardigheid en fijne motoriek, bijvoorbeeld door het gebruik van schrijf- en tekenhulpmiddelen of aangepaste hulpmiddelen voor dagelijkse activiteiten zoals aankleden en eten.
2. Multiple Sclerose (MS)
- Probleem: MS is een chronische ziekte die het centrale zenuwstelsel aantast en kan leiden tot spasticiteit, vermoeidheid, zwakte, coördinatieproblemen en cognitieve veranderingen.
- Oplossing: De ergotherapeut kan helpen met het ontwikkelen van een energiebehoudplan voor het omgaan met vermoeidheid, het aanpassen van de werkplek of woning (bijvoorbeeld door het installeren van leuning in de badkamer of opbergsystemen om handelingen te vereenvoudigen). Ze kunnen ook hulpmiddelen aanbevelen zoals een mobiele telefoonhouder, verlengde bestekken of handgrepen om de handfunctie te verbeteren. Daarnaast kunnen ze coördinatie-oefeningen en spierstrekking adviseren.
3. Ziekte van Parkinson
- Probleem: Parkinson is een neurodegeneratieve aandoening die leidt tot tremoren, stijfheid, langzame bewegingen en moeilijkheden met balans en coördinatie.
- Oplossing: De ergotherapeut kan therapie voor motorische controle aanbieden, bijvoorbeeld door het oefenen van grote bewegingen om tremoren tegen te gaan. Ze kunnen werken aan het verbeteren van de balans en mobiliteit door gebruik te maken van hulpmiddelen zoals een looprek of afstekende markeringen op de vloer. Ook kunnen ze hulpmiddelen aanbevelen voor dagelijkse taken, zoals een verzwaard bestek of aangepaste grijptechnieken voor het vasthouden van voorwerpen.
4. Hersenletsel (bijv. traumatisch hersenletsel of een beroerte)
- Probleem: Na een beroerte of hersenletsel kunnen er verschillende motorische, cognitieve en emotionele problemen optreden, zoals verlamming, spasticiteit, geheugenverlies, concentratieproblemen en gedragsveranderingen.
- Oplossing: De ergotherapeut kan werken aan fysieke revalidatie door het verbeteren van de motorische functie, coördinatie en balans via oefeningen en herhalende bewegingen. Ze kunnen cognitieve training bieden, zoals geheugenstrategieën en aandachtsoefeningen. Ook kan de ergotherapeut hulpmiddelen adviseren voor dagelijkse activiteiten, zoals spraakherkenningstechnologie, aangepaste toetsenborden of geheugensteuntjes.
5. Alzheimer en andere vormen van dementie
- Probleem: Dementie kan leiden tot geheugenverlies, verwarring, moeite met dagelijkse activiteiten en verminderde concentratie.
- Oplossing: De ergotherapeut kan werken aan strategieën voor geheugensteun, zoals het gebruik van aantekeningen, herinneringssystemen of digitale hulpmiddelen om dagelijks functioneren te verbeteren. Ze kunnen ook helpen met het creëren van een veilige leefomgeving door het verminderen van valrisico’s (bijv. door anti-slip matten, goede verlichting en veiligheidslabels in het huis). Verder kan de ergotherapeut zelfzorgtaken vereenvoudigen, bijvoorbeeld door het gebruik van aangepaste kleding of keukengerei.
6. Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS)
- Probleem: ALS is een progressieve neurodegeneratieve ziekte die leidt tot spierzwakte, verlamming en verlies van spraak- en ademhalingsspieren.
- Oplossing: De ergotherapeut kan helpen bij het behouden van de zelfstandigheid door het adviseren van hulpmiddelen zoals een rolstoel, verstelbare bedden, spraakcomputers of pijpleidingen voor ademhalingsondersteuning. Ze kunnen ook technieken aanreiken om de cliënt te ondersteunen in dagelijkse handelingen, zoals aangepaste eettechnieken of verzorgingsstrategieën, en helpen bij het aanpassen van de woning om deze toegankelijk te houden naarmate de ziekte vordert.
Ergotherapie is van groot belang bij neurologische aandoeningen omdat het zich richt op het optimaliseren van de functionaliteit en kwaliteit van leven van de cliënt. Ergotherapeuten helpen niet alleen bij het herstellen of behouden van motorische vaardigheden, maar ook bij het aanpassen van de omgeving, het aanleren van strategieën voor zelfstandigheid en het gebruik van hulpmiddelen die de dagelijkse activiteiten gemakkelijker maken. Het doel is om de cliënt zo goed mogelijk te ondersteunen bij het behouden van hun onafhankelijkheid en het verbeteren van hun welbevinden, ongeacht de progressie van de aandoening.